NL/Prabhupada 0781 - De ware perfectie van yoga betekent de geest focussen op de Lotusvoeten van Krishna

Revision as of 18:03, 29 June 2021 by Vanibot (talk | contribs) (Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Lecture on SB 6.1.21 -- Chicago, July 5, 1975

Wat is een gekwalificeerde brāhmaṇa? Je hebt al vaker gehoord; śamo damaḥ satyaṁ śaucam ārjavaṁ titikṣā, jñānaṁ vijñānam āstikyaṁ brahma-karma svabhāva-jam (BG 18.42). Deze kwaliteiten moeten ontwikkeld worden. Ten eerste śama. Śama betekent geestelijke evenwichtigheid. Een geest die nooit verstoord raakt. Er zijn zoveel oorzaken waardoor de geest verstoord raakt. Als de geest niet verstoord is heet dat samaḥ. Guruṇāpi duḥkhena na vicālyate (BG 6.22). Dat is de perfectie van yoga.

yaṁ labdhvā cāparaṁ lābhaṁ
manyate nādhikaṁ tataḥ
yasmin sthite guruṇāpi
duḥkhena na vicālyate
(BG 6.22)

Dit is training. De geest is erg onrustig. Zelfs vijfduizend jaar geleden toen Arjuna advies kreeg van Kṛṣṇa dat: "Maak je rusteloze geest gefocust." Hij zei ronduit: "Kṛṣṇa, dat is niet mogelijk." Cañcalaṁ hi manaḥ kṛṣṇa pramāthi balavad dṛḍham (BG 6.34): "Ik zie dat mijn geest altijd heel erg verstoord is, en de geest beheersen is net als proberen de wind te stoppen. Dus het is niet mogelijk." Maar eigenlijk was zijn geest op Kṛṣṇa gefocust. Dus degenen die hun geest gefocust hebben op de lotusvoeten van Kṛṣṇa, die hebben overwonnen. Hun geest is gefocust. Dat is nodig. Sa vai manaḥ kṛṣṇa-padāravindayor vacāṁsi vaikuṇṭha-guṇānuvarṇane (SB 9.4.18). Dit zijn de kwalificaties van Mahārāja Ambarīṣa. Hij was een heel verantwoordelijke keizer, maar zijn geest was gefocust op de lotusvoeten van Kṛṣṇa. Dat is nodig.

Dus het is een brahmaanse kwalificatie om te oefenen zijn de geest op de lotusvoeten van Kṛṣṇa te focussen, en dat is de perfectie van yoga. Yoga betekent niet wat magische stunts uithalen. Nee. Ware perfectie van yoga betekent de geest focussen op de lotusvoeten van Kṛṣṇa. Daarom zie je in de Bhagavad-gītā in het zesde hoofdstuk, het yoga hoofdstuk, de laatste conclusie is;

yoginām api sarveṣāṁ
mad-gatenāntar-ātmanā
śraddhāvān bhajate yo māṁ
sa me yuktatamo mataḥ
(BG 6.47)

Dat was bemoedigend voor Arjuna, want Arjuna dacht: "Dan ben ik nutteloos. Ik kan me niet focussen." Maar zijn geest was al gefocust. Daarom moedigde Kṛṣṇa hem aan: "Wees niet ontmoedigd, iedereen wiens geest altijd al op Mij gefocust is, hij is de eersteklas, allerbeste yogī." Daarom moeten we altijd aan Kṛṣṇa denken. Dat is de Hare Kṛṣṇa mantra. Als je Hare Kṛṣṇa Hare Kṛṣṇa chant, dat betekent dat je geest op Kṛṣṇa gefocust is. Dat is de perfectie van yoga.

Dus om een ​​brāhmaṇa te worden is dit de eerste kwalificatie; de geest gefocust houden, niet verstoord raken, śama. En als je geest gefocust is dan zijn je zintuigen onder controle. Als je je geest focust dat: "Ik zal alleen Hare Kṛṣṇa chanten en prasādam nemen, geen andere zaken." Dan zullen de zintuigen automatisch onder controle zijn. Tā'ra madhye jihwā ati, lobhamoy sudurmati.