"Een persoon die niet opgewonden is wordt een dhīra genoemd. Dus wanneer een man doodgaat weeklagen de familieleden van de man, "Oh, mijn vader is weg," "Mijn zus is weg," "Mijn vrouw..." Maar als je dhīra wordt, dan zul je niet verbijsterd zijn. Net zoals je vriend of je vader van dit appartement naar een ander appartement verhuisd, wie is opgewonden? Nee, dat is goed. Hij was in dit appartement, nu is hij naar een ander appartement gegaan, dus er is geen sprake van opgewondenheid of verstoordheid. Op dezelfde manier, iemand die de oorzaken kent van verhuizing van de ziel van het ene lichaam naar het andere, is niet ontroerd door de dood van zijn vriend of familielid. Hij weet alles en hij weet waar zijn vriend heen is gegaan met verwijzing naar de śāstra (geschriften)."
|