NL/Prabhupada 0902 - De schaarste is Krishna-bewustzijn, dus als je Krishna-bewust wordt dan is alles overvloedig: Difference between revisions

 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 9: Line 9:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0901 - Als ik niet jaloers ben dan ben ik in de spirituele wereld. Iedereen kan het testen|0901|NL/Prabhupada 0903 - Zodra de intoxicatie voorbij is zijn al je geïntoxiceerde dromen voorbij|0903}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 17: Line 20:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|27N0-ipq-sE|De schaarste is Kṛṣṇa bewustzijn dus wanneer jij Kṛṣṇa bewust wordt, wordt alles omvangrijk.<br/>- Prabhupāda 0902}}
{{youtube_right|27N0-ipq-sE|De schaarste is Krishna-bewustzijn, dus als je Krishna-bewust wordt dan is alles overvloedig<br/>- Prabhupāda 0902}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:730415SB-LOS_ANGELES_clip4.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730415SB-LOS_ANGELES_clip4.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Prabhupāda: Dit is dus het begin van het materiële leven, het jaloers worden op Kṛṣṇa. "Waarom zal Kṛṣṇa de genieter zijn? Ik zal de genieter zijn Waarom zal Kṛṣṇa van de gopīs kunnen genieten? Ik zal Kṛṣṇa worden en genieten, een gemeenschap creëren van gopīs en genieten." Dit is māyā. Niemand zal de genieter kunnen zijn. Kṛṣṇa zegt daarom, bhoktāraṁ yajña ([[Vanisource:BG 5.29|BG 5.29]])... Śrī Kṛṣṇa is de enige genieter. En als wij ingrediënten voorzien voor Zijn genot zal dat onze perfectie van het leven zijn. Als wij Kṛṣṇa willen imiteren "Ik zal God worden" Ik zal een imitator worden van de genieter." dan ben je in māyā. Onze zaak is simpelweg... Net als het leven van de gopīs. Kṛṣṇa is aan het genieten en zij zullen van ingrediënten voorzien voor Zijn genot. Ja. Dat is bhakti. Wij zijn bedoeld voor... Kṛṣṇa is een verstrekker... de dienaar en de meester. De dienaar wordt voorzien van alle benodigdheden door de meester. Maar de dienaars taak is om de meester te dienen. Dat is alles. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām... (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit is de vedische inform... Kṛṣṇa voorziet jou enorm van alle benodigdheden van het leven. Er is geen schaarste. Er zijn geen economische problemen Jij probeert simpelweg Kṛṣṇa te dienen. Dan zal alles compleet zijn. Omdat hij Hṛṣīkeśa is. Als Kṛṣṇa verlangt, dan zal er uitgebreid voorzien worden. Net als in jouw land, er word uitgebreid voorzien. In een ander land... Ik ben naar Switzerland geweest: alles is geïmporteerd. Geen voorzieningen. Zij worden alleen voorzien van sneeuw (gelach). Neem zoveel sneeuw als je wil. Snap je? Alles is onder beheer van Kṛṣṇa.
Prabhupāda: Dus het begin van het materiële leven is het afgunstig worden op Kṛṣṇa. "Waarom moet Kṛṣṇa de genieter zijn? Ik zal de genieter zijn. Waarom moet Kṛṣṇa met de ''gopī's'' genieten? Ik zal Kṛṣṇa worden en een gezelschap met ''gopī's'' maken en genieten."  
Wanneer je een toegewijde word dan zal je niet voorzien worden van sneeuw maar simpelweg voorzien worden van eten. En wanneer je geen toegewijde word zal je bedekt worden met sneeuw (gelach) dat is alles. Bedekt worden door wolken. Alles in onder Kṛṣṇa's beheer.


Dus eigenlijk is er geen schaarste. De schaarste alleen is Kṛṣṇa bewustzijn. Dus wanneer je Kṛṣṇa bewust word dan is alles welvoorzien. Er is geen schaarste. Dit is het proces. Tvayā hṛṣīkeśa...En hier word het verteld: tvayā hṛṣī... Yathā hṛṣīkeśa khalena devakī ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]). De wereld zit vol met gevaren. Maar Devakī... Kuntīdevī verteld, "Maar omdat Devakī Jouw toegewijde is heb Jij haar gered van het verdriet veroorzaakt door haar jaloerse broer." Zodra haar broer hoort dat "Mijn zusters zoon, achtste zoon van mijn zuster zal mij doden," oh, hij was direct bereid om Devakī te doden. Hij was gerustgesteld door Devakī's echtgenoot. Het is de taak van de echtgenoot om bescherming te geven. "Dus mijn geliefde zwager, waarom ben jij zo jaloers op jouw zuster? Jouw zuster zal jou ten slotte niet doden. Haar zoon zal jou doden. Dat is het probleem. Ik zal dus alle zonen bij jou afgeven, je mag doen wat jij wil. Waarom dood je een onschuldig meisje, onlangs getrouwd? Zij is jouw jonger zuster, net als je dochter. Jij zou haar bescherming moeten bieden. Waarom doe jij dit?
Dit is ''māyā''. Niemand kan de genieter zijn. Daarom zegt Kṛṣṇa; ''bhoktāraṁ yajña'' ([[NL/BG 5.29|BG 5.29]]). Śrī Kṛṣṇa is de enige genieter. En als wij de ingrediënten leveren voor Zijn genot, dat is de perfectie van ons leven. Als we Kṛṣṇa willen imiteren dat: "Ik zal een God worden, ik zal een imitatiegenieter worden," dan ben je in ''māyā''.  


Kaṁsa werd dus gerustgesteld. Hij geloofde in de woorden van Vasudeva, dat hij alle zonen zal afgeven, "En als je wil, kan doden." Hij dacht, "Laat mij de huidige situatie redden. Ten slotte, Later, wanneer Kaṁsa een neefje krijgt, hij zijn afschuw misschien vergeet." Maar hij is nooit, nooit vergeten. Ja. Hij dode alle zonen en hield hen in gevangenschap. Śucārpitā badhya aticiram ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]). Aticiram betekend voor een lange tijd. Hij was dus gered. Devakī was tenslotte gered. Vergelijkbaar wanneer wij de positie nemen van Devakī en Kuntī... Kuntī, net als haar zonen, Pañca-Pāṇḍava, vijf Pāṇḍavas... Nadat zij weduwe werd was haar gehele plan, Dhṛtarāṣṭra's, "Hoe de kinderen te doden van mijn jongere broer? Omdat, bij toeval, ik ben blind, Ik kon daarom de troon niet krijgen van het koninkrijk. Mijn jongere broer kreeg het. Nu is hij dood. Mijn zonen konden dus op zijn minst de troon krijgen ." Dat was zijn beleid, Dhṛtarāṣṭra's beleid: "Ik kon het niet krijgen." Dit zijn materiële neigingen. "Ik zal gelukkig zijn. Mijn zonen zullen gelukkig zijn. Mijn gemeenschap zijn gelukkig zijn. Mijn volk zal gelukkig zijn." Dit is uitgebreide baatzucht. Niemand denkt aan Kṛṣṇa, hoe zal Kṛṣṇa gelukkig zijn. Iedereen denk alleen aan zijn eigen conditie: Hoe zal ik gelukkig zijn, hoe zullen mijn kinderen gelukkig zijn, Mijn gemeenschap zijn gelukkig zijn, mijn samenleving zal gelukkig zijn, mijn volk..." Dit is de strijd voor het bestaan. Overal zul je het vinden. Dit is het materieel bestaan. Niemand denk aan hoe Kṛṣṇa gelukkig zal zijn.  
Onze taak is alleen ... Net als het leven van de ''gopī's''. Kṛṣṇa is aan het genieten en zij leveren de ingrediënten voor het genieten. Ja. Dit is ''bhakti''. De dienaar en de meester. De dienaar krijgt alle benodigdheden van de meester maar de plicht van de dienaar is om de meester te dienen. Dat is alles. ''Nityo nityānāṁ cetanaś cetānām eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān'' (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit is de vedische informatie. Kṛṣṇa geeft je heel veel, alle levensbenodigdheden. Er is geen schaarste. Er is geen economisch probleem. Probeer alleen Kṛṣṇa te dienen. Dan is alles compleet. Want Hij is Hṛṣīkeśa.  


Daarom is dit Kṛṣṇa bewustzijn erg subliem. Probeer het te begrijpen vanuit de Bhāgavatam, Bhagavad-gītā. En hṛṣīkeṇa hṛṣīkeśa-sevanam ([[Vanisource:CC Madhya 19.170|CC Madhya 19.170]]), en probeer je zintuigen erbij te betrekken. Voor de diensten van de meester van de zintuigen. Dan zul je gelukkig zijn.  
Als Kṛṣṇa het wil dan zullen er ruimschoots voorzieningen zijn. Net zoals er in jullie land ruimschoots voorzieningen zijn. In een ander land ... Ik ging naar Switzerland, alles is daar geïmporteerd. Geen voorzieningen. De enige voorziening is sneeuw (gelach). Neem zoveel sneeuw als je wilt. Snap je? Net zo heeft Kṛṣṇa alles onder controle. Als je een toegewijde wordt dan is er geen sneeuw aanvoer maar alleen voedsel aanvoer. En als je geen toegewijde wordt dan wordt je bedekt met sneeuw (gelach). Dat is alles. Bedekt door wolken. Kṛṣṇa heeft alles onder controle. Dus eigenlijk is er geen schaarste. De schaarste is Kṛṣṇa-bewustzijn. Dus als je Kṛṣṇa-bewust wordt dan is alles overvloedig. Er is geen schaarste. Dit is het proces.  


Hartelijk dank.  
En hier staat; ''yathā hṛṣīkeśa khalena devakī'' ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]). De wereld is vol gevaren. Maar Kuntīdevī zegt: "Maar omdat Devakī Uw toegewijde is heeft U haar gered van het leed veroorzaakt door haar jaloerse broer." Zodra haar broer hoorde dat: "De achtste zoon van mijn zuster zal mij doden," oh, hij was direct klaar om Devakī te vermoorden. Dus hij werd gerustgesteld door Devakī's echtgenoot. Het is de plicht van de echtgenoot om bescherming te geven. Dus: "Mijn beste zwager, waarom ben je afgunstig op je zuster? Je zuster zal je tenslotte niet doden. Haar zoon zal je doden. Dat is het probleem. Dus ik zal alle zonen bij jou brengen, dan kan je doen wat je wilt. Waarom vermoordt je dit net getrouwde onschuldige meisje? Ze is je jongere zuster, net zoals je dochter. Je moet haar bescherming geven. Waarom doe je dit?" Dus Kaṁsa werd gerustgesteld. Hij geloofde de woorden van Vasudeva dat hij alle zonen zal brengen, "En als je wil kan je ze doden." Hij dacht: "Laat mij de huidige situatie redden. Tenslotte, als Kaṁsa later een neefje krijgt zal hij zijn afgunst misschien vergeten." Maar hij zal het nooit vergeten. Ja. Hij doodde alle zonen en hield hun in de gevangenis. ''Śucārpitā badhya aticiram'' ([[Vanisource:SB 1.8.23|SB 1.8.23]]). ''Aticiram'' betekent voor een lange tijd. Dus ze was gered. Devakī was uiteindelijk gered.  


Toegewijden: Jaya Śrīla Prabhupāda.
Net zo, als we de situatie zien van Devakī en Kuntī ... Kuntī was met haar zonen, Pañca-Pāṇḍava, vijf Pāṇḍava's ... Nadat zij weduwe werd was het plan van Dhṛtarāṣṭra: "Hoe kan ik de kinderen van mijn jongere broer doden? Omdat ik toevallig blind ben ik kon dus de troon van het koninkrijk niet krijgen. Mijn jongere broer kreeg die. Nu is hij dood. Dus tenminste moeten mijn zonen de troon krijgen." Dat was de strategie van Dhṛtarāṣṭra: "Ik kon het niet krijgen."
 
Dit zijn materiële neigingen. "Ik zal gelukkig zijn. Mijn zonen zullen gelukkig zijn. Mijn gemeenschap zijn gelukkig zijn. Mijn land zal gelukkig zijn." Dit is doorgetrokken egoïsme. Niemand denkt hoe Kṛṣṇa gelukkig zal zijn. Iedereen denkt volgens zijn eigen voorwaarden: "Hoe zal ik gelukkig zijn, hoe zullen mijn kinderen gelukkig zijn, mijn gemeenschap zal gelukkig zijn, mijn samenleving zal gelukkig zijn, mijn land ..." Dit is de strijd om het bestaan. Overal zal je het zien. Dit is het materiële bestaan. Niemand denkt hoe Kṛṣṇa gelukkig zal zijn.
 
Daarom is dit Kṛṣṇa-bewustzijn heel subliem. Probeer het te begrijpen van het Bhāgavatam en de Bhagavad-gītā. En ''hṛṣīkeṇa hṛṣīkeśa-sevanam'' ([[Vanisource:CC Madhya 19.170|CC Madhya 19.170]]), en probeer je zintuigen te gebruiken in dienst van de meester van de zintuigen. Dan zal je gelukkig zijn.
 
Heel hartelijk dank.
 
Toegewijden: Jaya Śrīla Prabhupāda.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 07:04, 22 September 2021



730415 - Lecture SB 01.08.23 - Los Angeles

Prabhupāda: Dus het begin van het materiële leven is het afgunstig worden op Kṛṣṇa. "Waarom moet Kṛṣṇa de genieter zijn? Ik zal de genieter zijn. Waarom moet Kṛṣṇa met de gopī's genieten? Ik zal Kṛṣṇa worden en een gezelschap met gopī's maken en genieten."

Dit is māyā. Niemand kan de genieter zijn. Daarom zegt Kṛṣṇa; bhoktāraṁ yajña (BG 5.29). Śrī Kṛṣṇa is de enige genieter. En als wij de ingrediënten leveren voor Zijn genot, dat is de perfectie van ons leven. Als we Kṛṣṇa willen imiteren dat: "Ik zal een God worden, ik zal een imitatiegenieter worden," dan ben je in māyā.

Onze taak is alleen ... Net als het leven van de gopī's. Kṛṣṇa is aan het genieten en zij leveren de ingrediënten voor het genieten. Ja. Dit is bhakti. De dienaar en de meester. De dienaar krijgt alle benodigdheden van de meester maar de plicht van de dienaar is om de meester te dienen. Dat is alles. Nityo nityānāṁ cetanaś cetānām eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit is de vedische informatie. Kṛṣṇa geeft je heel veel, alle levensbenodigdheden. Er is geen schaarste. Er is geen economisch probleem. Probeer alleen Kṛṣṇa te dienen. Dan is alles compleet. Want Hij is Hṛṣīkeśa.

Als Kṛṣṇa het wil dan zullen er ruimschoots voorzieningen zijn. Net zoals er in jullie land ruimschoots voorzieningen zijn. In een ander land ... Ik ging naar Switzerland, alles is daar geïmporteerd. Geen voorzieningen. De enige voorziening is sneeuw (gelach). Neem zoveel sneeuw als je wilt. Snap je? Net zo heeft Kṛṣṇa alles onder controle. Als je een toegewijde wordt dan is er geen sneeuw aanvoer maar alleen voedsel aanvoer. En als je geen toegewijde wordt dan wordt je bedekt met sneeuw (gelach). Dat is alles. Bedekt door wolken. Kṛṣṇa heeft alles onder controle. Dus eigenlijk is er geen schaarste. De schaarste is Kṛṣṇa-bewustzijn. Dus als je Kṛṣṇa-bewust wordt dan is alles overvloedig. Er is geen schaarste. Dit is het proces.

En hier staat; yathā hṛṣīkeśa khalena devakī (SB 1.8.23). De wereld is vol gevaren. Maar Kuntīdevī zegt: "Maar omdat Devakī Uw toegewijde is heeft U haar gered van het leed veroorzaakt door haar jaloerse broer." Zodra haar broer hoorde dat: "De achtste zoon van mijn zuster zal mij doden," oh, hij was direct klaar om Devakī te vermoorden. Dus hij werd gerustgesteld door Devakī's echtgenoot. Het is de plicht van de echtgenoot om bescherming te geven. Dus: "Mijn beste zwager, waarom ben je afgunstig op je zuster? Je zuster zal je tenslotte niet doden. Haar zoon zal je doden. Dat is het probleem. Dus ik zal alle zonen bij jou brengen, dan kan je doen wat je wilt. Waarom vermoordt je dit net getrouwde onschuldige meisje? Ze is je jongere zuster, net zoals je dochter. Je moet haar bescherming geven. Waarom doe je dit?" Dus Kaṁsa werd gerustgesteld. Hij geloofde de woorden van Vasudeva dat hij alle zonen zal brengen, "En als je wil kan je ze doden." Hij dacht: "Laat mij de huidige situatie redden. Tenslotte, als Kaṁsa later een neefje krijgt zal hij zijn afgunst misschien vergeten." Maar hij zal het nooit vergeten. Ja. Hij doodde alle zonen en hield hun in de gevangenis. Śucārpitā badhya aticiram (SB 1.8.23). Aticiram betekent voor een lange tijd. Dus ze was gered. Devakī was uiteindelijk gered.

Net zo, als we de situatie zien van Devakī en Kuntī ... Kuntī was met haar zonen, Pañca-Pāṇḍava, vijf Pāṇḍava's ... Nadat zij weduwe werd was het plan van Dhṛtarāṣṭra: "Hoe kan ik de kinderen van mijn jongere broer doden? Omdat ik toevallig blind ben ik kon dus de troon van het koninkrijk niet krijgen. Mijn jongere broer kreeg die. Nu is hij dood. Dus tenminste moeten mijn zonen de troon krijgen." Dat was de strategie van Dhṛtarāṣṭra: "Ik kon het niet krijgen."

Dit zijn materiële neigingen. "Ik zal gelukkig zijn. Mijn zonen zullen gelukkig zijn. Mijn gemeenschap zijn gelukkig zijn. Mijn land zal gelukkig zijn." Dit is doorgetrokken egoïsme. Niemand denkt hoe Kṛṣṇa gelukkig zal zijn. Iedereen denkt volgens zijn eigen voorwaarden: "Hoe zal ik gelukkig zijn, hoe zullen mijn kinderen gelukkig zijn, mijn gemeenschap zal gelukkig zijn, mijn samenleving zal gelukkig zijn, mijn land ..." Dit is de strijd om het bestaan. Overal zal je het zien. Dit is het materiële bestaan. Niemand denkt hoe Kṛṣṇa gelukkig zal zijn.

Daarom is dit Kṛṣṇa-bewustzijn heel subliem. Probeer het te begrijpen van het Bhāgavatam en de Bhagavad-gītā. En hṛṣīkeṇa hṛṣīkeśa-sevanam (CC Madhya 19.170), en probeer je zintuigen te gebruiken in dienst van de meester van de zintuigen. Dan zal je gelukkig zijn.

Heel hartelijk dank.

Toegewijden: Jaya Śrīla Prabhupāda.